Heupafwijkingen bij jonge kinderen

Een normaal heupgewricht bestaat uit een heupkop en een heupkom. De kop draait in de kom als een kogel. Om goed te kunnen functioneren, staat de kop midden in de kom en is de kom mooi diep. Als de kop goed tegen de kom aandrukt, wordt er een mooie diepe kom gevormd.

Evolutieve Heupdysplasie

Het woord dysplasie is afgeleid van het Griekse ‘dys’, wat mis of verkeerd betekent en van ‘plasie’ dat vormen betekent, een verkeerd gevormde heup dus.

Bij een evolutieve heupdysplasie is de kom ondiep waardoor de kop onvoldoende overkapt wordt. Hierdoor drukt de kop niet goed tegen de kom, waardoor de kom niet op de juiste manier groeit. Wanneer er niets gebeurt, ontstaat een ondiepe, niet goed passende heupkom, die een vervroegde en vergrote kans op heupslijtage geeft op latere leeftijd.  Men noemt dit ook wel de onvoldoende rijpe heup.

Heupluxatie

Als de heupkop uit de kom schiet, spreken we van een heupluxatie. Bij een heupluxatie is niet alleen de kom vlak, maar is ook de kop uit de kom gewipt. Meestal staat de kop boven en achter de kom. Bij een heupluxatie is er ook altijd een heupdysplasie.

Ongeveer 20 van de 1 000 kinderen heeft een evolutieve heupdysplasie. Een of twee van de 1000 geboren kindjes heeft een heupluxatie. Vroeger spraken we vaak van aangeboren congenitale) heupdysplasie. We weten nu dat ook andere factoren een rol spelen, die niet altijd erfelijk aanwezig zijn. We hebben het dan ook liever over evolutieve dysplastische heupontwikkeling.

Pavlikbandage

Heupdysplasie en heupluxatie kan worden behandeld met een Pavlikbandage. Dit is een flexibel tuigje en dus geen gipsbroek. Door de spreidstand van de beentjes wordt de heupkop in de goede positie ten opzichte van de heupkom geplaatst. Hierdoor kan er zich terug een normale heupvorm ontwikkelen.  

Het is belangrijk dat u als ouder weet hoe u dan het beste met uw kind omgaat. De orthopedisch chirurg begeleidt u hierin, samen met onze orthopedisch technieker.

Uw kindje moet dit tuigje 23 uur per dag dragen. Dit houdt in, dat uw kindje het spreidbroekje in totaal 1 uur per dag niet aan hoeft. U hebt dus per dag ongeveer een uur (verdeeld over de dag) om uw kind zonder tuigje aan-en uit te kleden, te wassen en te verschonen.

Het is overigens niet altijd nodig om het tuigje  uit te doen bij het verschonen van de luier.

De behandeling met de pavlikbandage overdag en ’s nachts, duurt 6 tot 12 weken afhankelijk van de voorafgaande afwijking. Als hierdoor een goede heupontwikkeling ontstaat, hoeft het vervolgens alleen ’s nachts en tijdens de dutjes overdag aan en mag het verder overdag uit, gedurende een maand. 

Dynamische heupabductie orthese

Op latere leeftijd kan worden overgeschakeld naar een dynamische heupabductie orthese (Dr. Visser). Dit is een gescharnierde heuporthese welke de heupen in de correcte positie houden, maar waarmee het kind kan leren kruipen.  

Hilgenreiner

Wanneer het kind gaat leren lopen, wordt een Hilgenreiner aangelegd. De is een op maat gemaakte orthese welke door middel van een scharnier, het stappen toestaat terwijl de heup in de juiste positie wordt gehouden. 

Indien de orthesebehandeling geen uitkomst biedt, zal men moeten overgaan tot een operatieve behandeling.